Oorlog roep vele vragen op. Tijd dus om even stil te staan en samen na te denken en te praten. Tijd om te filosoferen. Als introductie onderzochten we de vraag wat filosoferen is:
‘Bij jezelf vragen stellen’
‘Samen nadenken, zonder dingen op te zoeken’
‘Het is zoals bij zegswijzen, ze geven antwoord op iets over het leven’
‘Filosofen bekijken alles vanuit een ander gezichtspunt’
‘Je kan verschillende antwoorden geven’
‘Filosofen stellen zich ook vragen over hoe ze leven aan de andere kant van de wereld’
‘Elk gesprek hangt af van de groep waarin je een vraag stelt’
Het Rad der raadsels stel je zelf samen met de klas. Er zijn drie, steeds kleinere cirkels die je aaneen vast maakt met een splitpen. Er zit ook een wijzer/pijl op. De kleinste cirkel verdeel je in drie en daar schrijf je ‘alle’, ‘sommige’ en ‘geen’ in.
De middelste cirkel verdeel je in een aantal vakken en daar schrijf je de woorden in die de kinderen bedenken. Het moeten voorwerpen op personen zijn. Hier kwam: spion, geweer, soldaat, Duitsers, executiepaal, niemandsland, documenten, loopgraven, Franz Ferdinand.
De grootste cirkel wordt ook in vakken verdeeld en ingevuld met hoe dingen of mensen kunnen zijn. De kinderen kozen voor: dood, levend, verwachtingsvol, bang, genadeloos, depressief, veroordeeld, triest, trots, agressief, spannend, moedig, sluw, boos, helder
Nu draaien we aan de cirkels en geven de wijzer een zwiep. Het resultaat was: ‘sommige Duitsers zijn triest’
“Is het belangrijk dat het over Duitsers gaat?” “Kan iedereen triest zijn?” “Wat is ‘triestig zijn’ eigenlijk?
- Het kan iedereen overkomen. Het heeft te maken met verlies: een persoon, een dier, een ding. Het moet wel iemand of iets zijn waaraan je gehecht bent.
- Je kan ook triest zijn als je iets deed wat niet goed was en waardoor je iemand gekwetst hebt. Bijvoorbeeld valsspelen om te winnen. Dan ben je toch niet volledig gelukkig.
- Als je een familielid hebt dat in een ander leger moet dan jij, dan moet je misschien dingen doen die je niet wil en dat maakt je triestig.
“ Is triest zijn altijd een negatief gevoel?” “Kan het ook positief zijn?”
- Als je trouwt met iemand, dan maak je misschien iemand anders (die ook op jou verliefd is) verdrietig en als je dat dan weet, dan ben je triest, maar toch ook gelukkig want je trouwt. Dan heb je een dubbel gevoel.
- Als je zieke hond sterft, dan ben je triest omdat hij dood is, maar voor die hond ben je blij dat hij uit zijn lijden verlost is.
- Je kan die twee gevoelens op hetzelfde moment voelen. Je switcht dan tussen die twee.
- Triest zijn kan ook positief zijn omdat je dan een soort rust krijgt om na te denken over jezelf.
Er werden terecht heel wat pluimen aan mekaar uitgedeeld want dit was een knappe denkles!
De vergelijking van Diako tussen zegswijzen en filosoferen en Jana's positieve kijk op 'triestig zijn', werden door de groep als bijznder origineel bevonden.
‘Bij jezelf vragen stellen’
‘Samen nadenken, zonder dingen op te zoeken’
‘Het is zoals bij zegswijzen, ze geven antwoord op iets over het leven’
‘Filosofen bekijken alles vanuit een ander gezichtspunt’
‘Je kan verschillende antwoorden geven’
‘Filosofen stellen zich ook vragen over hoe ze leven aan de andere kant van de wereld’
‘Elk gesprek hangt af van de groep waarin je een vraag stelt’
Het Rad der raadsels stel je zelf samen met de klas. Er zijn drie, steeds kleinere cirkels die je aaneen vast maakt met een splitpen. Er zit ook een wijzer/pijl op. De kleinste cirkel verdeel je in drie en daar schrijf je ‘alle’, ‘sommige’ en ‘geen’ in.
De middelste cirkel verdeel je in een aantal vakken en daar schrijf je de woorden in die de kinderen bedenken. Het moeten voorwerpen op personen zijn. Hier kwam: spion, geweer, soldaat, Duitsers, executiepaal, niemandsland, documenten, loopgraven, Franz Ferdinand.
De grootste cirkel wordt ook in vakken verdeeld en ingevuld met hoe dingen of mensen kunnen zijn. De kinderen kozen voor: dood, levend, verwachtingsvol, bang, genadeloos, depressief, veroordeeld, triest, trots, agressief, spannend, moedig, sluw, boos, helder
Nu draaien we aan de cirkels en geven de wijzer een zwiep. Het resultaat was: ‘sommige Duitsers zijn triest’
“Is het belangrijk dat het over Duitsers gaat?” “Kan iedereen triest zijn?” “Wat is ‘triestig zijn’ eigenlijk?
- Het kan iedereen overkomen. Het heeft te maken met verlies: een persoon, een dier, een ding. Het moet wel iemand of iets zijn waaraan je gehecht bent.
- Je kan ook triest zijn als je iets deed wat niet goed was en waardoor je iemand gekwetst hebt. Bijvoorbeeld valsspelen om te winnen. Dan ben je toch niet volledig gelukkig.
- Als je een familielid hebt dat in een ander leger moet dan jij, dan moet je misschien dingen doen die je niet wil en dat maakt je triestig.
“ Is triest zijn altijd een negatief gevoel?” “Kan het ook positief zijn?”
- Als je trouwt met iemand, dan maak je misschien iemand anders (die ook op jou verliefd is) verdrietig en als je dat dan weet, dan ben je triest, maar toch ook gelukkig want je trouwt. Dan heb je een dubbel gevoel.
- Als je zieke hond sterft, dan ben je triest omdat hij dood is, maar voor die hond ben je blij dat hij uit zijn lijden verlost is.
- Je kan die twee gevoelens op hetzelfde moment voelen. Je switcht dan tussen die twee.
- Triest zijn kan ook positief zijn omdat je dan een soort rust krijgt om na te denken over jezelf.
Er werden terecht heel wat pluimen aan mekaar uitgedeeld want dit was een knappe denkles!
De vergelijking van Diako tussen zegswijzen en filosoferen en Jana's positieve kijk op 'triestig zijn', werden door de groep als bijznder origineel bevonden.